De Hampshire Down is rond 1800
ontstaan in het Engelse graafschap Hampshire. Dit graafschap werd
gekenmerkt door heuvelachtig, boomloos grasland met een kalkrijke
bodem, ook wel 'downs' genoemd. In elk dorp hadden landeigenaren één
of meerdere herders in dienst die hun schapen collectief weidden,
voederden, 's nachts opstalden en verzorgden. Het duurde jaren voor
de Engelse boeren deze relatief arme downs rendabel konden maken. Ze
vonden onder andere een irrigatiesysteem uit maar er werd ook een
vorm van intensieve schapenhouderij ontwikkeld door de grond met
bemesting vruchtbaarder te maken. Daarnaast maakte men een begin met
het verbouwen van gewassen die als voer voor de schapen én als
groenbemester konden dienen. Het belangrijkste was echter de
ontwikkeling van een hard, sober, sterk en vruchtbaar schaap, dat in
staat was om onder zeer slechte weersomstandigheden te overleven.
Een ras dat goed in conditie kon blijven en tevens een goede
kwaliteit vlees bezat.
De Hampshire Down is ontstaan uit
verschillende rassen waaronder de Wiltshire Horn en de inmiddels
uitgestorven Berkshire Knot, een vroegrijp dier met zwarte kop en
benen. Er ontstond eerst een tussenras; de Hampshire West Country of
West Down. Doordat dit kruisingproduct al betere opbrengsten gaf
verdwenen veel locale schapenrassen. Door inkruising met de robuust
uitziende South Down, geliefd om zijn hardheid en bevleesdheid en
door strenge selectie ontwikkelde het ras zich verder. De huidige
Hampshire Down heeft zich met succes aan de meest uiteenlopende
klimatologische omstandigheden weten aan te passen en is over de
hele wereld gewaardeerd om zijn soberheid, zeer sterk beenwerk en
goede productie-eigenschappen.
De Hampshire Down is een fors
vlees-wol schaap. Een volwassen ram kan een gewicht bereiken van 100
tot 120 kilo, ooien wegen gemiddeld 80 tot 90 kilo. De wol is van
een fijne kwaliteit en een hele vacht weegt zo'n 3,5 kilo. De
wolgroei gaat tot voorhoofd en wangen en aan de benen tot de
voorknie en het spronggewricht. De kleur van de wol is roomwit tot
créme. De neus, oogranden, oren, knieën en het ondergedeelte van de
benen zijn zeer donkerbruin tot bijna diepzwart behaard. Het
gemoedelijke karakter van het ras maakt de Hampshire Down tot een
plezierig en uiterst handelbaar fokdier.
De Hampshire kent een vroege bronst, al vanaf juni en loopt vaak door tot in februari. Het ras lammert meestal makkelijk af en geeft vitale lammeren. De ooien zijn uitstekende moederdieren en de lammeren groeien erg snel. Ze zijn zeer levensvatbaar en hebben na de geboorte weinig beschutting tegen kou, wind en regen nodig. De Hampshire Down is een vroegrijp ras met een lange levensduur en naar verhouding veel productie jaren. In Engeland is de Hampshire Down steeds een productieras geweest. Het vlees van deze schapen is, mits niet te lang doorgemest van een goede kwaliteit. Hampshire Down rammen hebben bewezen uitstekende vleeslam vaderdieren te zijn.